Dag 39, dinsdag 10 maart
Door: Laszlo
Blijf op de hoogte en volg Laszlo
15 Maart 2009 | Nieuw Zeeland, Napier
Langzaamaan werd het lichter. De horizon ging van zwart naar donkerblauw, lichtblauw, geel, roze lichtoranje naar oranje, waarna de zon uiteindelijk toch maar besloot acte de presence te geven. Gek genoeg waren de Duitse dames toen al weer vertrokken. Het was dan wel bewolkt, maar er was toch telkens een flinke strook zichtbaar tussen de horizon en de onderkant van de wolken. Kennelijk dachten ze dat de zon een stuk had overgeslagen en zich van achter de zee rechtstreeks achter de wolken had verstopt. Dan sta je vroeg op, ben je er eindelijk en dan mis je de hoofdact. Nou ja zelf weten. Sam en ik hebben nog wat mooie foto's gemaakt en ook op de terugweg hebben we nog een Kodakmoment-stop gemaakt op een strand waar de ochtendzon zorgde voor damp over de Pacific. Om een uurtje of 8 waren we weer terug bij het hostel. Ik had Sam maar mijn blik witte bonen in tomatensaus gegeven, dan kon hij zijn brood daaronder begraven, een rare ontbijtgewoonte van de Britten. Niet veel later ging hij er weer vandoor. Ik was pas om een uur of 10 zover. Het duurt bij mij altijd nogal. Dat heb ik zeker van Anneke.
Hierna kon ik eindelijk beginnen aan de hoofdactiviteit van de dag: de tocht naar Tokomaru Bay. Vandaag kreeg ik niet veel te zien van de Pacific. Tot aan Tikitiki zag ik sowieso niet veel meer dan het asfalt op 40 centimeter van mijn voorwiel. Het ging namelijk vier keer kort achter elkaar nogal steil omhoog naar 150, 115, 205 en 220 meter. Tussendoor telkens weer dalen tot bijna nul. Dan is het ook nog zo dat de steile kant van de bergen in alle vier gevallen aan de kant van Hick's Bay ligt. Toch heb ik al meer tijd om eens om me heen te kijken zonder direct gevaar op omvallen. De bergen gaan me al beter af. Ondertussen neemt de kracht in de benen natuurlijk ook toe met elke meter die ik afleg. Ondertussen zijn mijn dijbenen en kuiten zo hard dat er nog de meeste kans op een succesvolle massage is als er een hamer en beitel bij gebruikt wordt.
Als te doen gebruikelijk is er feitelijk helemaal niets tussen de hoofdplaatjes in. In Tikitiki ben ik de RSA binnengelopen (Returned Serviceman Association) en na inschrijving (alsof ik ooit in het leger heb gezeten) kon ik bier en een stevig maal krijgen. Dat had ik wel even nodig. Ik geloof dat een paar locals nu denken dat ik "running away from the law" ben. Ze lieten me niet echt uitpraten nadat ik zei dat mijn vertrek uit Nederland nogal gehaast was." We've all been there my son". Zouden zij dan ook wel eens een advocatenpraktijk hebben moeten overgeven. Ik geloof het toch niet. Nou ja, in zekere zin ben ik misschien ook wel on the run from the law, maar dan niet in de zin van "I fought the law, and the law won". Verder maar weer. Tussen Tikitiki en de afslag naar Ruatoria ging de weg langzaam maar zeker omhoog. Dat was niet zo'n probleem geweest als het maar niet zo hard had gewaaid. Wat de wind betreft zit het hier helaas voornamelijk tegen. Dat kost een hoop extra kracht. Ik was aangenaam verrast dat ik niet de afslag in het dal naar Ruotoria hoefde te maken maar dat er een nagelnieuw cafe bleek te zijn vrij snel na de afslag. Ik heb mij hier even vol laten lopen met allerlei soorten vocht. Ik was nogal wat kwijtgeraakt in de loop van de beklimmingen en het tegen de wind op boksen.
Hierna volgde een lange beklimming van Kopuora hill, na een korte afdaling gevolgd door een beklimming van Takapau hill, met 280 meter het hoogste punt van de dag. Hierna weer een afdalingkje om vervolgens weer naar bijna dezelfde hoogte te klimmen in de richting van een mooi, van hot pools voorzien, dorpje, genaamd Te Puia. Hierna gaat het definitief naar beneden naar Tokomaru Bay. Kilometers zonder te hoeven trappen. Dat heb ik na zo'n dag wel even verdiend. Tokomaru Bay bleek een volledig uitgestorven plaatsje. Veel leegstaande oude gebouwen, waar niemand zelfs maar de moeite neemt om ze te slopen omdat er toch niks anders voor in de plaats komt. Een soort spookstadje, voorzien van een mooi strand, dat dan weer wel. Wat er wel aangenaam is, is het hostel: Brian's place. Ik kreeg een eigen cabin met fijn uitzicht over de baai. Het was het enige dat nog vrij was. Volgens Brian was het de bridal suite (de bruid moest je zelf meenemen). Er waren voornamelijk Fransen. Ook wel weer eens aardig. Ene Dave had vijf jaar in Ierland gewerkt en sprak voor een Fransman dan ook erg goed Engels. Hij was erg benieuwd naar hoe ik mensen zou verdedigen waarvan ik weet dat ze schuldig zijn (voor mensen die niet in de juristerij werken, bestaat er kennelijk alleen het strafrecht). Ook was er nog een Fransman die in Den Haag woonde en bij The Greenery werkte. Erg veel Nederlandse woorden sprak hij niet, maar op zijn werk sprak hij dan ook voornamelijk Frans en Engels. Al stinkend naar de buiten open haard zocht ik uiteindelijk maar eens mijn bed op. Vandaag was er zowaar niemand die voor mij ging koken (iedereen was al klaar met eten toen ik aankwam) en dus kwam ik eindelijk toe aan mijn inmiddels oud geworden brood en kaas.
Gefietst: 96 kilometer
Uitgegeven: 78,-(eten en drinken 25,60; lunch 22,50, slapen 30,-)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley